Op maandag 1 maart was het dan weer tijd voor Nationale Complimentendag. Van mijn mentor had ik al meegekregen dat de leerlingen niet super goed waren in complimenten geven. Niet dat de groep niet lekker lag, nee, ze konden niet zo snel iets bedenken om elkaar mee te complimenteren.
Dus ik had een opdracht bedacht. Elkaar een complimentenkaartje geven. Het was vrij simpel. Ik startte de les met het vertellen over Nationale Complimentendag. Ook had ik een verhaaltje vanuit de winkel waar ik werk een een compliment dat ik kreeg van een klant. Daarna liet ik de leerlingen in hun tekenschrift een complimentje voor iemand opschrijven. Eén compliment was voldoende. Als ze er meer konden bedenken, was dat helemaal prima. En zo ging ik een paar leerlingen langs. Ze hoefden niet de naam te noemen van de leerling voor wie ze een compliment hadden, maar het mocht wel. Daarna kregen alle leerlingen een flashcard. Op de ene kant schreven ze de naar van de leerling, aan de andere kant een compliment. De flashcard versieren met tekeningen mocht ook. Al snel waren er leerlingen klaar en vroegen of ze nog meer complimentenkaartjes mochten maken. Dat mocht zeker, maar het moest wel voor iemand anders zijn. Als je nog een complimentje had voor je gekozen leerling, dan moest dat op dat eerste kaartje.
En zo vloog drie kwartier voorbij. Een enkele leerling had moeite met een compliment verzinnen (was nogal een dingetje met taal), maar uiteindelijk had iedereen een complimentenkaartje geschreven.
Leave a Reply